Ieder seizoen wordt afgelopen met diploma schaatsen. Bij KCG werken de kinderen toe naar de KNSB-vaardigheidstesten. De schaatsvaardigheidstesten zijn onderverdeeld in zes niveaus waarbij niveau 2 het laagste en niveau 7 het hoogste niveau is. De testen zijn gericht op balans & stabiliteit, houding, starten & remmen, afzet rechte eind en de bocht. Middels een schaatsvaardigheidspaspoort wordt bijgehouden welke testen er zijn behaald en welke testen nog gedaan moeten worden. Na het diploma schaatsen worden alle onderdelen van een bepaald niveau in het schaatsniveau boekje aangetekend en krijgt hij/zij een armbandje als bewijs hiervan.
Niveau 1 Kunstschaatsen / preview | |
Niveau 1 bestaat uit een kennismakingsclinic bij KCG | |
Wanneer kinderen aan een door de KNSB erkende clinic hebben deelgenomen, ontvangen zij een Preview | |
van het schaatsvaardigheidspaspoort, waarop niveau 1 wordt afgevinkt. | |
Niveau 2 Kunstschaatsen | |
Schaatsvaardigheid : | |
1 | Voorwaarts schaatsen en stoppen d.m.v. 2 verschillende stops |
2 | Voorwaarts en achterwaartse ‘visjes’om pylonnen |
3 | Zitje op twee benen |
4 | Steppen op cirkel met uitrijboog op voorwaarts buitenwaarts; L+R |
Sprongvaardigheid: | |
1 | Zwaaisprongen (kleine opsprongetjes) op de cirkel; L+R |
2 | Achterwaarts schaatsen opspringen en op twee benen landen |
Pirouetten: | |
1 | Molentjes (3 draaien); links- en rechtsom |
Niveau 3 Kunstschaatsen | |
Schaatsvaardigheid : | |
1 | Vw. en aw. schaatsen over de lengte van de baan , chassé’s in de bocht; L + R |
2 | Visjes en ooievaar parcours; voorwaarts en achterwaarts |
3 | Zweefstand gevolgd door zijwaartse uitvalspas |
4 | Draai van vw. naar aw. en van aw. naar vw. (1/2 mohowk) |
5 | Drie op 2 benen (vier halve draaien op cirkel); L + R |
Sprongvaardigheid: | |
1 | Halve draaisprong op 2 benen; van vw. naar aw. en van aw. naar vw. (3+3) |
2 | Achterwaarts schaatsen, dan opsprong met landingspostie (van 2 op één been) |
Pirouetten: | |
1 | Standpirouette op 2 benen (min. 3 draaien) |
2 | Pirouette van 2 benen naar 1 been (min. 2 draaien op één been) |
Niveau 4 Kunstschaatsen | |
Schaatsvaardigheid : | |
1 | Voorwaarts en achterwaarts overstappen in achtvorm; L+R |
2 | Voorwaarts binnenwaartse drieën; L+R |
3 | IJsdansbogen buitenwaarts met beenzwaai |
4 | Korte kantenwissels op één been om pylonnen; 4 x vw. en 4 x aw. |
5 | Zweefstand achterwaarts (met of zonder been pakken); L+R |
Sprongvaardigheid: | |
1 | Kadet |
2 | Spot of toe-walley |
3 | Kadet, haasje, kadet, haasje |
Pirouetten: | |
1 | Standpiroutte op één been, gevolgd door juiste uitrijpositie (min. 3 draaien) |
Niveau 5 Kunstschaatsen | |
Schaatsvaardigheid: | |
1 | Binnenwaartse mohawks in achtvorm; eindigen in landingspositie; L+R |
2 | Voorwaartse zweefstand op buitenwaartse boog; L+R |
3 | Halve voorwaarts buitenwaartse bogen; L+R |
4 | Achterwaarts schaatsen op rechte lijn, met tonen van correcte aw. afzet |
5 | Achterwaarts schaatsen gevolgd door landingspositie op één been; L+R |
6 | Voorwaarts buitenwaartse drieën op cirkel; L+R (in achtvorm) |
Sprongvaardigheid: | |
1 | Achterwaarts schaatsen, dan drie draaisprongen van 360° (hele draai) |
2 | Salchow uit mohawk of drietje |
3 | Spreidsprong uit mohawk |
Pirouetten: | |
1 | Standpirouette met variatie (min. 3 draaien) |
2 | Stand-wisselpirouette; start op twee benen, na wissel op één been (min. 2 dr.) |
Niveau 6 Kunstschaatsen | |
Schaatsvaardigheid: | |
1 | Buitenwaartse mohawks; L+ R (in achtvorm) |
2 | Eigth-steppas |
3 | Halve achterwaarts buitenwaarts bogen; L+R (over de lengte van de baan) |
4 | Drietje op links, twee maal uitvalspas, drietje op rechts, twee maal uitvalspas |
5 | Achterwaartse zweefstanden op buitenboog (met of zonder been pakken); L+R |
6 | Achterwaartse korte kantenwissels; L+R (over de lengte van de baan) |
Sprongvaardigheid: | |
1 | Spreidrittberger |
2 | Rittberger (uit draaitjes) |
3 | Combinatie van twee enkele sprongen (keuze uit kadet, salchow, spot, rittberger) |
Pirouetten: | |
1 | Zitpirouette op twee of één voet (min. 3 draaien) |
2 | Stand-wisselpirouette (min. 3+3 draaien) |
Niveau 7 Kunstschaatsen | |
Schaatsvaardigheid: | |
1 | Overstappen in spiraalvorm (uit stilstand starten); L+R |
2 | Halve achterwaarts binnenwaarts bogen (over de lengte van de baan) |
3 | Passenserie met drietjes en puntpasjes (over de lengte van de baan) |
4 | Drietje – overstappen – landingshouding; L+R (in achtvorm) |
5 | Achterwaarts zweefstanden op binnenboog (met of zonder been pakken); L+R |
6 | Achterwaarts binnenwaartse drieën; L+R (in achtvorm) |
Sprongvaardigheid: | |
1 | Euler |
2 | Euler gevolgd door salchow |
3 | Sequence van drie enkele sprongen (keuze uit kadet, salchow, spot, rittberger) |
Pirouetten: | |
1 | Zweefpirouette |
2 | Zweef-zitpirouette |