Geschiedenis


Sjoukje en Joan waren natuurlijk ook hier in het noorden de inspiratiebronnen voor de oprichting van de Kunstrij Club Groningen, die in 1970 op het ijs van het toen net nieuwe kunstijs van het schaatsstadion van het Stadspark was verrezen. Ruim tien jaar later, in 1981, begroette de club haar eerste kampioene van Nederland, Rudina Pasveer. Zij zette de toon voor de KCG.

Rudina Pasveer (1981) kreeg in Li Scha Wang de volgende vaandeldraagster van KCG. Li Scha Wang kon in de jaren van 1983 tot 1987 zelfs vier titelstreepjes achter haar naam laten graveren. Haar zus Tjin Li onderbrak deze reeks in 1985.

Mede door deze schitterende prestaties wekte de KCG aantrekkingskracht bij veel kinderen, die in deze wereld van dubbele Axels, Rietbergers en pirouettes hun heil zochten. Helemaal toen Groningen in 1993 een overdekte ijsbaan kreeg in de vorm van Kardinge. Van hen ontpopte Marion Krijgsman zich als de volgende blikvanger van het Groninger kunstrijden. Zij domineerde in de jaren negentig met eveneens vier keer goud.
Maar primus inter pares bij KCG was toch wel met afstand Karen Venhuizen. Deze Zuidlarense domineerde in het eerste decennium van de 21ste eeuw. Liefst negen kampioenschappen in successie, van 2000 tot en met 2008, staan er op haar naam en dus ook op die van de KCG. Een tot op de dag van vandaag nog nooit geëvenaarde reeks.

De laatste landskampioen van KCG was trouwens een jongeman, Boyito Mulder genaamd. Hij kwam tot een glaszuivere hattrick, van 2010 tot en met 2012.